Veilig zwemmen

Bijgewerkt op: 29 april 2025

Het is aan te raden om alleen te zwemmen op officiële aangewezen zwemwaterlocaties omdat de overheid daar de waterkwaliteit en de fysieke veiligheid in de gaten houdt.

Algemeen

In Nederland wordt op vele verschillende plaatsen gezwommen. Zwemmen in oppervlaktewater brengt altijd risico’s met zich mee, maar deze risico’s kunnen verschillen per locatie.

Let bij het zwemmen op het volgende:

  • Zwemmen in open water doet u altijd op eigen risico
  • Zwem alleen op officiële zwemplekken.
  • Ga nooit alleen zwemmen.
  • Let op scherpe voorwerpen op de bodem en langs de oevers.
  • Zwem niet op plaatsen waar schepen komen, zwem ook niet bij een brug, gemaal, sluis of afvalwaterzuiveringsinstallatie.
  • Door zwemmen in koud water kunnen uw spieren verkrampen.
  • Zwem niet in de buurt van dode watervogels. Raak geen dode dieren aan. Als u dode dieren in het water ziet, waarschuw dan de gemeente, de provincie of het waterschap.
  • Duik niet in onbekend, ondiep of troebel water.
  • Zwem nooit door drijflagen. Dat zijn olieachtige verkleuringen op het wateroppervlak, die bijvoorbeeld veroorzaakt worden door blauwalgen.
  • Laat geen afval achter op het strand of in het water.
  • Verlaat bij onweer het water.
  • Houdt u aan de regels en let op waarschuwingsborden en afzetlinten.
  • Neem een douche na het zwemmen in oppervlaktewater en was je handen voordat je gaat eten na zwemmen in oppervlaktewater.
  • Als u gezondheidsklachten heeft na het zwemmen in open water, meld die dan bij de GGD.

Meldingen

Recente controle: in orde

Er zijn geen meldingen voor deze zwemplek. U kunt er veilig zwemmen.


Nader onderzoek

Tijdens een reguliere waterkwaliteitsmeting kan een overschrijding geconstateerd worden van een of meer van de bacteriologische parameters. In dat geval wordt er direct een extra monster genomen. Dit doen we om te kijken of er daadwerkelijk sprake is van een aanhoudend probleem met de waterkwaliteit of dat het een kortdurende overschrijding betreft (bijvoorbeeld door een heftige regenbui kort voor de bemonstering). Totdat de resultaten van deze extra bemonstering bekend zijn krijgt de zwemlocatie de status ‘nader onderzoek’. Als er bij de extra bemonstering geen overschrijding meer is van een of meer van dezelfde bacteriologische parameters, dan wordt de status weer ‘in orde’. Als er bij de extra bemonstering nog steeds sprake is van een overschrijding van een of meer van dezelfde bacteriologische parameters, dan zal er een waarschuwing, negatief zwemadvies of een zwemverbod worden ingesteld.


Waarschuwing

Als voor een zwemplek een waarschuwing geldt, wil dat zeggen dat zwemmen op die plek slecht kan zijn voor de gezondheid. U mag er wel zwemmen, u moet zelf beoordelen of er een risico is voor de gezondheid (bijvoorbeeld in het geval van algenbloei).

Op een bord bij de zwemwaterlocatie wordt uitgelegd waarom er een waarschuwing is gegeven. Jonge kinderen en ouderen, die het meest kwetsbaar zijn, kunnen beter een andere zwemplek kiezen.

Op het strand wordt bij een waarschuwing een oranje of gele vlag gehesen.


Negatief zwemadvies

Bij een negatief zwemadvies is zwemmen op die plek slecht voor de gezondheid. Zwemmen wordt iedereen afgeraden. Op een bord bij de zwemwaterlocatie wordt het advies gegeven om niet te gaan zwemmen met daarbij de reden.

Op het strand kan een negatief zwemadvies ook gegeven worden als zich een gevaarlijke situatie voordoet. Dan is de rode vlag gehesen.


Zwemverbod

Bij een zwemverbod is het risico dat u ziek wordt zo groot dat zwemmen verboden is. Bij de zwemlocatie is een bord geplaatst waarop de reden staat voor het zwemverbod. Op het strand kan ook zwemverbod gelden bij een gevaarlijke situatie. Dan is de rode vlag gehesen.

Zwemmen in zee

Zwemmen in zee betekent risico’s nemen die vooral  met stroming en getijwerking te maken hebben.

Muien

Muien ontstaan als het waterpeil daalt bij eb. Het water stroomt weg tussen twee hoger gelegen zandbanken. Hierdoor ontstaat een diepe geul die haaks op de kust staat. Het water daarin heeft een hoge stroomsnelheid.
Als u in zo’n stroming terechtkomt, kunt u in een mum van tijd tientallen meters de zee in drijven. De stroming is te sterk om ertegenin te zwemmen. Wie dat toch probeert loopt grote kans vermoeid te raken en te verdrinken.

Beter is het om met de stroom mee te zwemmen totdat deze minder wordt. Zwem daarbij schuin weg en ga over de zandbanken terug naar de kant. Zandbanken kunt u herkennen aan het schuim op de golven. Dat schuim ontstaat bij het breken van de golven.
Bij de muien is het dieper, de golven zullen daar niet breken. Er zal dus ook geen schuimmassa ontstaan.

Als u op het strand ziet dat iemand hulp nodig heeft, spring dan niet zelf in de gevaarlijke zeestroming, maar zoek zo snel mogelijk contact met strandwachten.

Aflandige wind en bovenstroom

Als de wind vanaf het land de zee op waait (aflandige wind), wordt de bovenlaag (bovenstroom) van het zeewater van het strand af de zee ingeblazen. Hoe harder de wind, hoe sterker deze bovenstroom. Het betekent dat je gemakkelijk ver de zee in drijft (op een rubberbootje, zwemband of opblaaskrokodil) of zwemt. Terug zwemmen naar het strand is een stuk moeilijker, soms zelfs onmogelijk, als de stroom sterk is. Dit geldt vooral voor onervaren zwemmers en zwemmers met een slechte conditie.

Bent u te ver in zee geraakt, laat u dan door de zee meevoeren en kijk of u een zandbank kunt ontdekken. En probeer de aandacht van de mensen op het strand te trekken. Zwem zo rustig mogelijk om krachten te sparen. Raak niet in paniek.

Aanlandige wind en onderstroom

Wind vanuit zee (aanlandige wind) stuwt het water het strand op. Als dat water terugstroomt naar zee, kan een sterke onderstroom ontstaan die zwemmers de zee in trekt.

Bij een sterke aanlandige wind en een stevige branding kan deze onderstroom heel gevaarlijk zijn. Vooral kinderen en ouderen zijn kwetsbaar, bijvoorbeeld als ze door een golf omver worden geworpen.

Als zo’n gevaarlijke situatie ontstaat, hijst de reddingsbrigade een gele of rode vlag. Ga in dat geval niet – of niet verder dan tot de knieën – de zee in.

Schuine wind vanuit zee (zoper)

Als de wind schuin vanuit zee komt of langs de kust waait, kunnen zogeheten zopers ontstaan.Dat zijn sterke stromingen evenwijdig aan de kustlijn, waar je nauwelijks tegenin kunt zwemmen. Deze zopers zijn vooral gevaarlijk voor kleine kinderen.

Komt u in een zoper terecht, laat u dan met de stroom meevoeren en probeer om schuin naar het strand te zwemmen of te lopen.

Strandvlaggen

Reddingsbrigades beschikken op hun post(en) over vlaggen voor de vlaggenmast en vlaggen voor vlaggenstokken. Deze vlaggen worden door lifeguards, naar de actuele situatie, gehesen dan wel geplaatst. Om baders, zwemmers, watersporters en overige recreanten te informeren over en te waarschuwen voor de risico’s die verbonden zijn aan open water (zee en binnenwater).

Vlaggen voor vlaggenmast

   Rood over geel (rechthoekige vlag)

Lifeguards aanwezig!

Deze vlag geeft aan dat de reddingspost is geopend en in het werkgebied van de reddingsbrigade toezicht wordt gehouden door gekwalificeerde lifeguards.


 

   Rood (rechthoekige vlag)

Niet zwemmen! Zeer gevaarlijk!

Deze vlag geeft ernstig gevaar aan. Deze vlag wordt gehesen als de condities van het (zwem)water zeer gevaarlijk zijn. Zwemmen, baden en andere activiteiten op of in het water worden ten zeerste afgeraden.


 

   Rood over rood (twee rechthoekige vlaggen boven elkaar)

Zwemmen en baden verboden!

Deze vlaggen geven een zwemverbod aan. Zwemmen, baden en andere activiteiten op of in het water zijn verboden. Negeren van dit verbod kan beboet worden.


 

   Geel (rechthoekige vlag)

Pas op met zwemmen! Gevaarlijk!

Deze vlag geeft gevaar aan. Deze vlag wordt gehesen als de condities van het (zwem)water gevaarlijk zijn. Zwemmen, baden en andere activiteiten op of in het water worden afgeraden. Zwemmers en baders moeten extra voorzichtig en waakzaam zijn.


 

   Oranje (windzak)

Pas op met zwemmen! Geen drijfmiddelen gebruiken!

De windzak geeft aan dat het onveilig is om met (opblaasbare) drijfmiddelen het water op te gaan. De windzak wordt gehesen bij een aflandige wind.


 

   Wit met blauw vraagteken (rechthoekige vlag)

Kind gevonden!

Deze vlag geeft aan dat er een kind is gevonden dat haar/zijn ouders en/of verzorgers mist. De ouders/verzorgers worden verzocht zich direct bij de reddingspost te melden.


 

   Groen met wit kruis (rechthoekige vlag)

Eerstehulppersoneel aanwezig op reddingspost!

Deze vlag geeft de aanwezigheid van eerstehulppersoneel op de reddingspost aan.


 

   Paars (rechthoekige vlag)

Gevaarlijke (zee)dieren en/of ongedierte in het water!

Deze vlag geeft aan dat er sprake is van gevaarlijke (zee)dieren en/of ongedierte in het water. Zwemmen wordt afgeraden.


 

Vlaggen voor vlaggenstokken

   Rood over geel (beachflags langs waterlijn)

Zwemgebied onder toezicht van lifeguards!

Deze beachflags geven een afgebakende zwemzone aan. Het gebied ertussen staat onder permanent toezicht van gekwalificeerde lifeguards. Zwemmen tussen deze vlaggen wordt aanbevolen. Watersport is in dit gebied niet toegestaan.


 

   Zwart-wit geblokt (twee rechthoekige vlaggen langs waterlijn)

Watersportgebied!

Deze vlaggen geven een afgebakende watersportzone aan. Een gebied of grens van een gebied waar watersport bedreven wordt. Zwemmen in dit gebied wordt ten zeerste afgeraden.


 

   Rood met ‘DANGER’ in geel (twee beachflags langs waterlijn)

Gebied met gevaarlijke omstandigheden!

Deze beachflags geven een afgebakende zone aan waar de condities van het (zwem)water gevaarlijk zijn. Zwemmen, baden en andere activiteiten op of in het water hebben een verhoogd risico. Zwemmen tussen deze vlaggen wordt ten zeerste afgeraden.


Bron: Reddingsbrigade NederlandDeze link opent in een nieuw tabblad

 

Waterkwaliteit

Tijdens het badseizoen wordt het zwemwater regelmatig gecontroleerd op verontreinigingen waarvan u ziek zou kunnen worden.

Zwemmen in rivieren en kanalen

In de zomer zoeken veel mensen verkoeling en ontspanning in de grote rivieren en kanalen. Dit kan gevaarlijk zijn. Ondanks een zwemverbod in vaargeulen en bij bruggen, sluizen en havens, zijn er jaarlijks slachtoffers te betreuren.

Kijk voor meer informatie op de site van RijkswaterstaatDeze link opent in een nieuw tabblad

Wat zijn de gevaren van zwemmen in rivieren en kanalen?

  • Zwemmers zijn voor opvarenden van een binnenvaartschip nauwelijks zichtbaar. De schipper kan tot ongeveer 350 m voor zijn schip géén zicht op het wateroppervlak hebben. Het hoofd van een zwemmer die verder weg is dan die 350 m, is dan niet meer dan een kleine stip.
  • Een groot schip kan niet direct vaart minderen of op het laatste moment uitwijken. Bovendien kan een uitwijkend schip andere scheepvaart in gevaar brengen.
  • Zwemmers worden snel meegezogen door de sterke onderstroom van een passerend schip. Om een voortgaande beweging te krijgen, duwt een schip water naar de zijkant. Achter het schip komt het water vervolgens weer met grote snelheid terug naar het achterschip, waar de schroef voor de voortgaande beweging van het schip zorgt.
  • Ook aan de kant is die zuigende kracht goed merkbaar: de waterlijn trekt zich terug in de richting van het schip, waardoor er tijdelijk een breder strand ontstaat. Nadat het schip voorbij is, wordt het water terug gestuwd en ontstaat er een soort minivloed. Het water stijgt in korte tijd met soms wel met meer dan 50 cm.
  • Zwemmers zijn niet opgewassen tegen de sterke stroming van rivieren, kanalen en draaikolken. Bij een lage waterstand, vaak in de zomer, is de stroming nog sterker.
  • Zwemmers kunnen door de sterk wisselende temperatuur van het rivierwater kramp krijgen en onderkoeld raken.
  • Alhoewel zwemmen tussen kribben relatief onschuldig lijkt, is ook dit sterk af te raden. De zuiging en golfslag van passerende schepen kan ook tussen de kribben zeer sterk zijn.
  • Het is ook bijzonder gevaarlijk om van bruggen af te springen. Door het troebele water is de diepte niet in te schatten en zijn voorwerpen op de bodem vaak niet te zien.

Meer informatie is te vinden op het dossier op de website van RijkswaterstaatDeze link opent in een nieuw tabblad

Deze infographic is te downloadenDeze link opent in een nieuw tabblad in diverse talen.

 

Zwemmen in stilstaande wateren

Bij stilstaande wateren die niet zijn aangewezen als officiële zwemlocatie ontbreekt inzicht in de veiligheidssituatie. Gevaren als een steile of zuigende waterbodem zijn niet altijd vooraf in te schatten. Ook recreatief medegebruik als surfen en pleziervaart kan gevaren voor zwemmers opleveren. Met name zandwinplassen zijn in de regel niet geschikt om in te zwemmen. De oevers kunnen gaan schuiven en door de diepte van de plassen komen koude stromingen voor. Zandwinplassen zijn verboden terrein. Dat staat ook aangegeven. Sommige oude zandwinplassen zijn wel geschikt gemaakt om in te zwemmen. Ga alleen zwemmen in een zandwinplas als dit een officiële zwemplek is.

Zwemmen in troebel water

Als water troebel is wil dat niet altijd zeggen dat de waterkwaliteit slecht is. Zwevende (zand)deeltjes in het water maken het water ondoorzichtig.
Daardoor is niet goed te zien hoe diep het water is en of er voorwerpen op de bodem liggen die gevaarlijk of hinderlijk zijn bij het zwemmen. Duik daarom nooit in troebel water.

Onderkoeling

De temperatuur van het zwemwater is vaak veel lager dan die van het lichaam (het water in de Noordzee is ’s zomers gemiddeld 18°C, de lichaamstemperatuur rond de 37°C). Daardoor kunt u bij het zwemmen onderkoeld raken. Dit gebeurt vaak ongemerkt. De eerste verschijnselen zijn:

  • bleke huid
  • rillen
  • uitputting
  • coördinatieverlies

Kramp

Koud zwemwater kan kramp veroorzaken. Het kan plotseling opkomen. Soms is het dan lastig of zelfs onmogelijk om nog verder te zwemmen.

Onweer

Begint het te onweren of ziet u dat er onweer op komst is, verlaat dan zo snel mogelijk het water en het strand. In het water en op het strand vormen badgasten vaak het hoogste punt. Ze lopen daardoor een verhoogde kans geraakt te worden door de bliksem.